e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuiertouw, tuierketting tuier: tø̄r (Lottum) Het touw of de ketting waarmee men de koe of de geit aan de tuierpaal vastmaakt. [A 17, 20; N 3a, 14h; JG 1c, 2c; monogr.; add. uit N 14, 73b] I-11
tuin hof: hōf (Lottum) hof [SGV (1914)] III-2-1
tuinbonen paardsbonen: pɛrsbuənə (Lottum) [N 11A (zj)] I-7
tuinfluiter kuifmus: kaofmusch (Lottum) Hoe heet de tuinfluiter? [DC 06 (1938)] III-4-1
tuingieter spuiter: spuiter (Lottum) Hoe noemt u: de tuingieter waarmee men aangiet (broesgieter?) [N 74 (1975)] I-7
tuinhuisje zomerhuisje: zomerhuuske (Lottum) priëel [SGV (1914)] III-2-1
tuinmuur tuin: tuǝn (Lottum) Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d] II-9
turfmolm molm: mōlm (Lottum), mōlm (Lottum) [SGV (1914)]Afval van turf, losse rommel, boomaarde. In dit lemma zijn de opgaven van de enqu√™te S samengevoegd met de opgaven van de enqu√™tevraag I, 32. Men moet wel beseffen dat hierdoor verschillende soorten molm aangeduid kunnen worden. Maar in beide enqu√™tes werd duidelijk gevraagd naar de "turfmolm"; vandaar dat beide vragen hier verwerkt zijn. [I, 32; S 24] I-7, II-4
twee spaden breed spitten twee spit breed (spaden): twīǝ spę̄t˱ brīǝt (Lottum) Manier van spitten waarbij een voor ontstaat die dubbel zo breed is als de schop, doordat men telkens twee spaden grond naast elkaar uitsteekt. [N 11A, 148e; N 11, 65b add.] I-1
tweede grasoogst nagras: nǭgrās (Lottum) Het gras dat de koeien afgrazen als ze voor de tweede maal in de wei lopen. [N 14, 129b] I-3