e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wormstekig gepierd: gepeerd (Lottum) wormstekig ve appel [DC 23 (1953)] III-2-3
worstelen worstelen: wōrstele (Lottum) worstelen [SGV (1914)] III-3-2
wortel wortel: wǫrtǝl (Lottum) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortel: wortel (Lottum) wortel [SGV (1914)] III-4-3
worteltje hete wortelen: heitewortel (Lottum) [SGV (1914)] I-7
wrang sleeuw: sliej (Lottum), wrang: in de betekenis van eten: zure appels of wat dan ook dat de mond bijeen trekt of haast niet door te slikken is  vrang (Lottum) stroef; welk woord gebruikt men voor stroef (zoor, week, wrang, stroef, rins) [DC 28 (1956)] || wrang [DC 26 (1954)] III-2-3
wrat wrat: vrat (Lottum) wrat [SGV (1914)] III-1-2
wreef vrei: vreej (Lottum), vriej (Lottum, ... ) wreef [SGV (1914)] || wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
wroeten wroeten: vreute (Lottum), vrø̄tǝ (Lottum) Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] || wroeten [SGV (1914)] I-12, III-1-2
wulp kuluut: kuluut (Lottum) wulp [SGV (1914)] III-4-1