24416 |
kieuwen |
kieuwen:
ook in ZND 27, 084
kiēͅwə (P051p Lummen)
|
kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
24337 |
kikker |
kikvors:
ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004
keͅkvoͅrs (P051p Lummen),
kwakvors:
kwakfoͅrs (P051p Lummen),
ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004
kwakvors (P051p Lummen),
vors:
ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004
vors (P051p Lummen)
|
kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, puit [RND]
III-4-2
|
24336 |
kikkerdril |
paddengedrek:
padəgədrek (P051p Lummen)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
24467 |
kikkerdril (2, bewerkt) |
(-)drek, gedrek:
padəgədrek (P051p Lummen)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
26185 |
kikkerlijnen |
bindgetouwen:
bindgetouwen (P051p Lummen),
bindkoorden:
bindkoorden (P051p Lummen),
voegen:
vūgǝ (P051p Lummen)
|
De touwtjes waarmee de zeilen aan de kikkers op de roeden bevestigd worden. [N O, 5e; A 42A, 70]
II-3
|
26184 |
kikkers |
bekjes:
bɛkskǝs (P051p Lummen),
haken:
hōǝkǝ (P051p Lummen)
|
De ijzeren of houten bekjes aan de voorzijde van de roede waaraan het zeil wordt vastgemaakt. In l 381 waren de kikkers van hout omdat de molen houten roeden had. [N O, 5d; A 42A, 69; N O, 5e]
II-3
|
20308 |
kind (algemene benaming) |
kind:
kend (P051p Lummen),
kint (P051p Lummen)
|
kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] || kind; mijn lief kind, blijf hier beneden staan, de kwade ganzen bijten u dood [ZND 04 (1924)]
III-2-2
|
18362 |
kinderschort met mouwen |
stofjas:
stòfjas (P051p Lummen)
|
kinderschort met mouwen [smul] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33940 |
kinketting |
kinsketting:
ke.nskętǝŋ (P051p Lummen)
|
Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.]
I-10
|
29843 |
kippen |
hennen:
henǝ (P051p Lummen),
hinǝ (P051p Lummen),
hęnǝ (P051p Lummen)
|
De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.]
I-12
|