27367 |
laden |
laden:
lǭi̯.ǝ (P051p Lummen)
|
De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18]
I-10
|
27854 |
lading |
vracht:
vraxt (P051p Lummen)
|
Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.]
I-10
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
lage schoen:
lieg schoun (P051p Lummen)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33360 |
lage kachel voor de ketel met was of veevoer |
fornuis:
fǝrnē̜ ̞ǝs (P051p Lummen)
|
De lage kachel waarop de ketel met was of veevoer verwarmd wordt. De benamingen met ketel doen denken aan een gecombineerde ketel en kachel, vast verbonden, met een grote inhoud. Een bereklauw heeft drie poten. De kachel dient niet om een ruimte te verwarmen. Sommige benamingen wijzen op de afwezigheid van een kachel of op de aanwezigheid van een open vuur. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [L 23, 58c; monogr.]
I-6
|
32447 |
lage klomp |
klonk:
[klonk] (P051p Lummen)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
18377 |
lage klomp? |
klonk:
klónk (P051p Lummen)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33702 |
lage, natte plekken in moeras |
zonk:
zōŋk (P051p Lummen)
|
De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b]
I-8
|
33680 |
lage, natte zandgrond |
zure grond:
zou̯rǝ gront (P051p Lummen)
|
[N 27, 35; R 3, 5]
I-8
|
18351 |
lakschoen |
lakschoen:
lakschoun (P051p Lummen)
|
lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18147 |
lam |
lam:
lā.m (P051p Lummen),
lammetje:
lɛmǝkǝ (P051p Lummen),
lemmen:
lɛmǝ (P051p Lummen)
|
Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || lam (kreupel) [ZND m]
I-12, III-1-2
|