18585 |
mannenonderhemd |
lijfje:
lefke (P051p Lummen)
|
onderhemd voor mannen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18703 |
mantelpak |
kostuumpje:
kestumeke (P051p Lummen)
|
mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24601 |
maretak |
wilde scheut:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u 155 en van ZND15, 011
willescheut (P051p Lummen)
|
maretak [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
23240 |
maria-hemelvaart |
halfoogst:
haləf ust (P051p Lummen),
onze-lieve-vrouw-hemelvaart:
os levro heməlvârt (P051p Lummen)
|
Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)]
III-3-3
|
21271 |
markt |
markt:
dwärs øvər də märt (P051p Lummen),
in `t midden op de mert (P051p Lummen),
meͅrt (P051p Lummen),
mɛt (P051p Lummen)
|
Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] || In het midden van de markt. [ZND 38 (1942)] || markt [RND], [ZND m]
III-3-1
|
24945 |
marmer |
marmer:
marmer (P051p Lummen, ...
P051p Lummen),
marmərə bejəld (P051p Lummen)
|
marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
marmərə bejəld (P051p Lummen)
|
Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
22440 |
masker |
mombakkes:
mombakəs (P051p Lummen)
|
Een masker (dat op vastenavond gedragen wordt). [ZND 31 (1939)]
III-3-2
|
33044 |
mathaak |
haak:
huǝk (P051p Lummen),
lat:
lat (P051p Lummen)
|
Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2]
I-4
|
25941 |
matig waaien |
zemelen:
zīǝmǝlǝ (P051p Lummen)
|
[N O, 9c]
II-3
|