26337 |
steenzolder van de watermolen |
molenzolder:
molenzolder (P051p Lummen)
|
In het algemeen de eerste verdieping van de watermolen waar zich de stenen en andere toestellen voor de bewerking van het graan bevinden. Zie ook het lemma ɛsteenzolder van de windmolenɛ. Het woorddeel ømolenŋ- is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmolenɛ.' [Jan 253; Coe 230; Grof 258; N O, 27a; A 42A, 1]
II-3
|
26060 |
steenzolder van de windmolen |
steenzolder:
stinzǫlǝr (P051p Lummen),
zolder:
zǫlǝr (P051p Lummen)
|
De verdieping van de windmolen waar zich de molenstenen bevinden. Zie ook het lemma ɛsteenzolder van de watermolenɛ.' [N O, 27a; A 42A, 1; monogr.]
II-3
|
26029 |
steker |
stokje:
stø̜kskǝ (P051p Lummen)
|
De schuingeplaatste steunbalk tegen de keerstijl. Zie ook afb. 17. [N O, 28i]
II-3
|
21421 |
stelen |
stelen:
steijlə (P051p Lummen)
|
stelen [ZND 25 (1937)]
III-3-1
|
30018 |
stelling |
ezel:
ēzǝl (P051p Lummen)
|
Doorgaans uit drie poten opgebouwde stellage waar de mortelbak tijdens het vullen op wordt geplaatst. De stelling wordt ook gebruikt bij het beladen van het steenbord. Zie ook afb. 23. Met de termen 'bok' of 'schraag' duidde men in Q 121 een houten schraag met uitstekende dwarsplanken aan. Op de planken werden op heuphoogte van de metselaar de mortel en de stenen gedeponeerd zodat deze zich niet te diep hoefde te bukken. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '(mortel)-', '(spijs)-' etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 45c; monogr.; div.]
II-9
|
29923 |
stenendrager |
stenendrager:
stindrāgǝr (P051p Lummen)
|
De handlanger die speciaal belast is met het aandragen van de metselstenen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste termen het lemma 'handlanger'. [N 30, 2d; N 31, 16b; monogr.]
II-9
|
32971 |
stengel, steel |
stam:
stám (P051p Lummen)
|
Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
30005 |
sterke mortel |
cementeermortel:
sēmɛntērmǫrtǝl (P051p Lummen),
mortel:
mǫrtǝl (P051p Lummen)
|
Mortel voor waterdicht pleisterwerk, bijvoorbeeld voor kelders. Volgens de invuller uit Q 180 werd bij de bereiding ervan Rijnzand gebruikt. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '-(spijs)', '-(specie)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 38b]
II-9
|
25195 |
sterx |
ster:
stēͅr (P051p Lummen)
|
ster [ZND 07 (1924)]
III-4-4
|
26047 |
steunbalk van de ijzerbalk |
stormbalk:
stø̜̄rmbalk (P051p Lummen)
|
Een op de daklijsten bevestigde balk, waartegen de ijzerbalk met een schoor steunt. [N O, 29g]
II-3
|