e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lummen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitzetplanken latten: latǝ (Lummen) De planken die men gebruikt bij het uitzetten van een te bouwen huis. De uitzetplanken worden horizontaal tegen de piketten gespijkerd. In Q 111 werkte men bij het uitzetten niet met planken, maar met een koord. [N 30, 24c] II-9
unster ponder: om hooi en stro te wegen  pønnər (Lummen) Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
vaalbonte koe ardense: ardęnsǝ (Lummen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131b] I-11
vaars stiervaars: stirvi̯ē̜i̯s (Lummen), vaars: vi̯ē̜i̯s (Lummen), vi̯ē̜s (Lummen), vēǝs (Lummen), vaarsje: vɛ̄ǝskǝ (Lummen) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vader vader: vaodər (Lummen) vader; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
vagina, geslachtsorgaan van de merrie vazel: vē.sǝl (Lummen) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
valhoedje mutsje: møͅtskə (Lummen), valhoedje: valhøͅyke (Lummen) hoedje, beschuttend ~ voor kinderen die pas lopen [N 25 (1964)] III-1-3
van de leg afraken van de leg af zijn: van dǝ lęx af søn (Lummen) [N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
van hoge afkomst van hoge afkomst: van hōēg aafkomst (Lummen) van hoge afkomst; hij is - - - [ZND 19 (1936)] III-2-2
van uitlopers ontdoen (scheuten) afdoen: ɛ̄ǝfdǫu̯n (Lummen) Zoals in het vorige lemma is opgemerkt beginnen soms de aardappelen die in een kelder of kuil bewaard worden te schieten. Hier staan de benamingen voor het verwijderen van dergelijke uitlopers bijeen. Indien niet anders aangegeven is het object steeds "aardappelen". Voor de documentatie van scheuten, zie lemma Scheut, resp. Uitlopers Van Kuilaardappelen [N M, 17b; monogr.] I-5