e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lummen

Overzicht

Gevonden: 3016
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwermen zwermen: zwɛrǝmǝ (Lummen) Het verlaten van korf of kast van een deel van het bijenvolk onder aanvoering van een koningin. Zij gaat een nieuw volk vormen. Een dag of acht, negen, voordat de nieuwe moer of koningin uit de koninginnecel komt, verdwijnt de oude moer met een deel van het volk. De moer wordt door de werkbijen wat meer voor het vliegen geschikt gemaakt door haar enorme legtempo wat te temperen. Dit doen ze door het eiwitrijke voedsel, dat de moer anders krijgt, wat te minderen. Het zware achterlijf slinkt dan in en de moer krijgt krachten om de vleugels te kunnen uitslaan of anders gezegd om te kunnen zwermen. [N 63, 29a; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 99; monogr.] II-6
zwichtlatten zeilbindlatjes: zę̄lbentlɛtǝkǝs (Lummen) Een of meer kleine, langse latjes die bijna aan het uiteinde van het hekken zijn bevestigd. In l 265 waren de zwichtlatten onbekend. [N O, 2f] II-3
zwijgen zwijgen: zweͅgə (Lummen) zwijgen [ZND m] III-3-1
zwijmelen zwieken: zwieken (Lummen) Het heen en weer gaan van de standerd. [N O, 42m] II-3
zwoord zwaard: zwōͅ.s (Lummen), zwōͅs (Lummen) zwoerd [Goossens 1b (1960)] || zwoerd (harde rand van een snede spek) [ZND 08 (1925)] III-2-3
één frank frank: ne frang inkom (Lummen) De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)] III-3-1