| 18671 |
doordeweekse kleren |
`s werkendaagsdingen:
`t sweredagsdinge (P051p Lummen)
|
door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 18175 |
doordeweekse muts |
met:
cf. N25,031a / 032h / 033a / 034 / 035 / 039b
mɛt (P051p Lummen)
|
muts, witte ~ zonder poffer voor door de week, voor oudere en minder gegoede vrouwen ook voor s zondags {afb} [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 26592 |
doormalen |
afmalen:
af˱mōǝlǝ (P051p Lummen),
doormalen:
dǭrmǭlǝ (P051p Lummen)
|
Alles wat er te malen is, afmalen. [N O, 36f]
II-3
|
| 24477 |
doorn, stekel |
doornen:
dyjoͅnə (P051p Lummen)
|
doornen [RND]
III-4-3
|
| 20848 |
dopen |
dopen:
dupə (P051p Lummen, ...
P051p Lummen),
ə kend dupə (P051p Lummen)
|
doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Een kind dopen. [ZND 23 (1937)]
III-3-3
|
| 33521 |
doperwten |
peulerwten:
pōleͅrtə (P051p Lummen)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
| 21311 |
dorp |
dorp:
dørəp (P051p Lummen)
|
dorp [ZND m]
III-3-1
|
| 19991 |
dorpel |
dorpel:
dølǝpǝr (P051p Lummen)
|
Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld]
II-9
|
| 33120 |
dorsbed aanleggen |
aanleggen:
ǭ.lęgǝ (P051p Lummen)
|
Het aanleggen van de laag schoven op de dorsvloer; zie de toelichting bij het lemma dorsbed, laag schoven op de dorsvloer (6.1.16). Het object van de handeling is steeds het ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' van het vorige lemma. [N 14, 17b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
| 33119 |
dorsbed, laag schoven op de dorsvloer |
brei:
brē. (P051p Lummen)
|
Voordat men begint te dorsen moeten de schoven op de dorsvloer uitgespreid worden. Meestal worden twee lagen schoven, met de koppen (aren) naar elkaar toe gekeerd, in het midden van de dorsvloer, uitgespreid. In dit lemma staan de benamingen van een dergelijke laag schoven bijeen. [N 14, 20; JG 1a, 1b; L 32, 103; monogr.]
I-4
|