e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lummen

Overzicht

Gevonden: 3016
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesneden mannelijk varken berg: bęrx (Lummen), bɛ.rǝx (Lummen) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gesp: gasp (Lummen) sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
gestadige wind stijve wind: stɛjvǝ went (Lummen), stille wind: stelǝ went (Lummen) Een constante, niet stotende wind. [N O, 9d] II-3
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen houteren dammer: hōtǝrdāmǝr (Lummen), stamper: stāmpǝr (Lummen), stǭmpǝr (Lummen) De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b] I-6
gesteven voorstuk van een overhemd zeverlap: zieverlap (Lummen) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestreepte broek gestreepte broek: gestriepte brok (Lummen) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getob; tobben gemartel: ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gəmeͅttəl (Lummen) gemartel [ZND 01 (1922)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwd vrouwmens: gətrawt vrómməs (Lummen) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuigen getuigen: getuigən (Lummen) getuigen [ZND 24 (1937)] III-3-1
getuigrek tap: (mv)  tāpǝ (Lummen) Het zwaardere paardetuig wordt meestal opgehangen aan de muur aan een rek, zware stokken, haken, knuppels, balkjes etc. Het kan ook op een plank gelegd worden. De benamingen geven vaak aan om welke mogelijkheid het gaat. Benamingen die naar een kast of kist verwijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigkast" (2.3.7). Zie ook dat lemma. [N 5A, 59e; add. uit N 13, 81] I-6