26247 |
asbanden |
asbanden:
asbanden (P051p Lummen),
bindijzers:
ben˱ę̄zǝrs (P051p Lummen)
|
De ijzeren banden rond de kop of de nek van de molenas. [N O, 10h]
II-3
|
32672 |
asblok |
askas:
askas (P051p Lummen),
koffer:
kǫfǝr (P051p Lummen)
|
Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-13
|
26217 |
askop |
askop:
askǫp (P051p Lummen),
assekop:
asǝkǫp (P051p Lummen)
|
De kop van de as waaraan de roeden bevestigd zijn. Zie ook afb. 45 en 28. In l 265 werd, wanneer de molenas van hout was vervaardigd, de kop in de as ingelaten. De askop was met ijzeren banden verstevigd. In l 265c was de as niet van hout, maar van ijzer. De roeden zaten met houten spieën in de assekop geklemd. [N O, 10b; N O, 10a; A 42A, 7; A 42A, 6]
II-3
|
26227 |
aslijf |
middenas:
medǝ-as (P051p Lummen)
|
Het zware middengedeelte van de as. Zie ook afb. 45 en 46. [N O, 10q]
II-3
|
33277 |
asperge |
asperge:
aspɛrǝ (P051p Lummen)
|
Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.]
I-5
|
26236 |
aswiel |
kamwiel:
kamwil (P051p Lummen)
|
Het grote kamwiel aan de molenas van de windmolen dat tot taak heeft de draaiende beweging van de as over te brengen op het spijlenrad. Zie ook afb. 49 en 64.2. Het is een wiel waarvan de tanden haaks of met een hoek van 45o op het vlak van het rad staan. Wanneer de molen niet voorzien is van een apart aswiel voor de reminrichting is rond het aswiel de zgn. vang bevestigd. Zie ook het lemma ɛgroot kamradɛ. Het betreft daar materiaal met betrekking tot het vergelijkbare kamwiel in watermolens.' [N O, 11a; A 42A, 8; Sche 38; monogr.]
II-3
|
26238 |
aswiel zonder vang |
achterwiel:
achterwiel (P051p Lummen)
|
Het kleinste aswiel in standerdmolens die voorzien zijn van twee aswielen; het wiel waar geen rem om bevestigd is. Het aswiel zonder vang heeft tot taak de horizontaal draaiende beweging van de molenas als een verticale door te geven aan het spijlenrad. Zie ook het lemma ɛaswielɛ.' [N O, 11c]
II-3
|
22897 |
aswoensdag |
asgoensdag:
asgunstag (P051p Lummen)
|
Aswoensdag. [ZND 19A (1936)]
III-3-3
|
20582 |
avondmaal |
avondkost:
ōəvəndkost (P051p Lummen)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: avond [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
24445 |
avondspin |
avondspin:
ōͅvəntspin (P051p Lummen)
|
spin, gelukbrengende ~ die men bij avond op muren ziet zitten [aovendspin] [N 26 (1964)]
III-4-2
|