e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getuige getuige: getuug (Lutterade), tuige: tuug (Lutterade) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] III-2-2, III-3-1
getuige zijn getuige zijn: getuug zeen (Lutterade) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
getuigen getuigen: getuge (Lutterade), [overgeheveld van lm. getuigenis, geen begrip getuigen in N 90, RK]  getuge (Lutterade) de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] || getuigen [SGV (1914)] III-3-1
gevallen engelen gevallen engelen: gevalle engel (Lutterade) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevangenis nor: nor (Lutterade), prison (<fr.): Van Dale: prison (&lt;Fr.), (gew.) gevangenis.  persong (Lutterade) de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
geven geven: gêve (Lutterade) geven [SGV (1914)] III-1-2
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Lutterade, ... ) gevoelig [SGV (1914)] || Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)] III-1-1
gevoelloos (zijn) geen gevoel: geij geveul hubbe (Lutterade) Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)] III-1-1
gevormd worden gevormd worden: gevormd weare (Lutterade) Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
gewas gewas: gǝwas (Lutterade) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4