e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
honing honing: oneŋ (Lutterade) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd kop: kop (Lutterade), köp (Lutterade) hoofd [SGV (1914)] || hoofden [SGV (1914)] III-1-1
hoofd ventilator grote ventilator: groatǝ vɛntilātor (Lutterade  [(Maurits)]   [Eisden]) De ventilator die met de uittrekkende schacht is verbonden en zorgt voor de hoofdventilatie in de ondergrondse werken. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel (schacht)- zie men het lemma Schacht. [N 95, 207; monogr.] II-5
hoofdaltaar hoofdaltaar: hoafeljter (Lutterade), houfeljter (Lutterade) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofddoek plag voor om de kop: plak veur om de kop (Lutterade), plaggetje: plekske (Lutterade) hoofddoek [SGV (1914)] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] III-1-3
hoofdkaas hoofdkaas: uitkiees (Lutterade) zult (hoofdkaas) [SGV (1914)] III-2-3
hoofdkussen kussen: køͅsə (Lutterade) hoofdkussen [SGV (1914)] III-2-1
hoofdstroom trek: tręk (Lutterade  [(Maurits)]   [Julia]) Bij een zeer uitgestrekte mijn is het onmogelijk om met één luchtstroom alle werkpunten te ventileren. De af te leggen weg van deze stroom zou te lang en de luchtsnelheid te groot worden. Ook zou men dan wel veel maar niet overal verse lucht krijgen (Driessen pag. 45). Om deze nadelen te vermijden verdeelt men de intrekkende stroom in verschillende hoofdstromen en deze weer in deelstromen. [N 95, 212] II-5
hoofdwortel boomvot: WBD/WLD  boumvot (Lutterade) De hoofdwortel van een boom die in het verlengde van de stam ligt en die sterk in de diepte groeit (pen, pin, penwortel). [N 82 (1981)] III-4-3
hoog varken op hoge poten: (zo'n varken staat) op hoǝg pøǝt (Lutterade) Varken dat op hoge poten loopt. [N 76, 23; monogr.] I-12