e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kern van een pit kern: WBD/WLD  kear (Lutterade) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout kern: WBD/WLD  de kér van de boum (Lutterade) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kerstavond kerstavond: krisaovend (Lutterade) 24 december, de dag voor Kerstmis [Kerstavond, krisaovend, keersaovend]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstbeelden kerstbeeldjes: krisbeeldjes (Lutterade) De beeldengroep van de kerststal, de kerstbeelden. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstboom kerstboom: krisboum (Lutterade) Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstkribbe kribbe: krub (Lutterade) Een kerstkribbe [et kribche]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstlied kerstlied: kersleed (Lutterade), kerstliedje: kersleedje (Lutterade) een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje] [N 90 (1982)] || Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)] III-3-2
kerstmis kerstmis: krismes (Lutterade) Kerstmis [Krismes, Kriësmes, Keersemes, Korsmes]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstnacht kerstnacht: krisnach (Lutterade) De nacht van 24 op 25 december waarin Christus geboorte herdacht wordt, kerstnacht [krisnach]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerststal kerststal: kearsjtal (Lutterade) Een kerststal. [N 96C (1989)] III-3-3