e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kroep kroep: krop (Lutterade) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)] III-1-2
krom, met bochten krom: kromp (Lutterade, ... ) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] || krom [SGV (1914)] III-4-4
kromme lat naaisterslat: nē̜štǝslat (Lutterade) Een gebogen lat die men gebruikt bij het tekenen en uitmeten van het patroon. Deze moet zo gebogen zijn dat daarlangs kanten van schoot en revers gemakkelijk getrokken worden. De lat is bij voorkeur gemaakt van een niet splinterende houtsoort (Gerritse, pag. 19). Zie afb. 4. [N 59, 3b] II-7
krommen krommen: krumme (Lutterade) krommen [SGV (1914)] III-4-4
krommen, ombuigen buigen: buige (Lutterade), krommen: krumme (Lutterade), ombuigen: ombuige (Lutterade) krommen [SGV (1914)] || Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)] || ombuigen [SGV (1914)] III-1-2
kroonluchter armluchter: dn ermluchter (Lutterade), luchter: luchter (Lutterade) Een veelarmige lamp in de kerk, luchter, kroonluchter. [N 96A (1989)] III-3-3
kroppen, gezegd van voedsel wurgen: wurge(?) (Lutterade) Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)] III-2-3
kruiden, specerijen kruid: WBD/WLD  ’t kroed (Lutterade), kruiden: WBD/WLD  kruuje (Lutterade) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] III-2-3
kruidenjenever els: aëls (Lutterade), kruidenjenever: krujesjenever (Lutterade) kruidenjenever; Hoe noemt U: Jenever met kruiden (pop) [N 80 (1980)] III-2-3
kruidnagel groffelennagel: groffelenagel (Lutterade) kruidnagel [SGV (1914)] III-2-3