e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
proeven keuren: kaore (Lutterade), proeven: preuve (Lutterade, ... ) proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)] III-1-1, III-2-3
profeet profeet: profeat (Lutterade) Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)] III-3-3
profiteren profiteren: profiteere (Lutterade) een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)] III-1-4
promotie maken bevorderd werden: bǝvø̜rdǝrt wē̜rǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) In rang bevorderd worden of meer loon krijgen. [N 95, 1003] II-5
pronken opgedoft: opgedof wie ene sjelleboum (Lutterade), pronken: pronke (Lutterade, ... ) in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] || prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)] III-1-3
proosten aanstoten: aansjtoate (Lutterade) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3
prop knauw: knoa (Lutterade) een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)] III-3-1
proppenschieter klambus: klambös (Lutterade) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2
prostituée hoer: hoor (Lutterade) prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)] III-2-2
provisiekast, etenskast schap: schaap (Lutterade) schaprade [SGV (1914)] III-2-1