e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roos (rosa) roos: rooas (Lutterade) roos [SGV (1914)] III-2-1
roos van de schietschijf roos: roas (Lutterade) De ronde plek die dient als middelpunt van een schietschijf [roos, gaudeaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
roosteren roosteren: reüstere (Lutterade) roosteren; Hoe noemt U: Op een rooster braden (roosteren, horsen, hersen) [N 80 (1980)] III-2-3
rot rot: WBD/WLD  rot (Lutterade) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] III-2-3
rot, van fruit rot: WBD/WLD  rot (Lutterade) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] I-7
rotten verrimpelen: WBD/WLD  verrumpele (Lutterade) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
rotten, van fruit verrumpelen: WBD/WLD  verrumpele (Lutterade) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rouw dragen rouw dragen: rouw drage (Lutterade) Rouw dragen. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwbrief rouwbrief: rouwbreef (Lutterade) De rouwbrief. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwkrans krans: krank (Lutterade) De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)] III-3-3