e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
selderij selderie: WBD/WLD  selderie (Lutterade) Selderij; de welbekende schermbloemige moesplant die gekweekt wordt als soepgroente waarvoor zowel de blaadjes en de stengel als de wortel gebruikt wordt (selderij, selderie, selder, seljer). [N 82 (1981)] I-7
seminarie seminarie (<lat.): semenarie (Lutterade) Het seminarie. [N 96D (1989)] III-3-3
serge serge: serge (Lutterade), sergette: sergette (Lutterade) Licht gekeperde wollen stof waarvan de inslag minder glad en minder dicht is dan de ketting en slechts weinig in het gezicht komt. Volgens de informant van Q 16 is sergette serge waarin zijde is verwerkt. [N 62, 75d; N 59, 201] II-7
sering meibloem: meibloom (Lutterade, ... ) [SGV (1914)]sering [SGV (1914)] I-7, III-4-3
sierkleedje, antimakassar spreitje: sjpreike (Lutterade) Gehaakt kleedje of lapje over de rugleuning van stoel of canapé (lapje, kleedje) [N 79 (1979)] III-2-1
sigarenpijpje spitsje: sjpitske (Lutterade, ... ) sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)] III-2-3
sik sik: sek (Lutterade) Geitenbaard. [N 77, 87; S 32; monogr.] I-12
silicose, stoflongen stub: štøp (Lutterade  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Stoflongziekte. Bij mijnwerkers voorkomende beroepsziekte, bestaande in het afzetten van steenstof in de longen. [N 95, 962; N 95, 963; monogr.] II-5
sint-elizabethsvereniging elizabethvereniging: Elizebetvereiniging (Lutterade) De vereniging van R.K. gehuwde en ongehuwde vrouwen die zich bezighield met ziekenbezoek en de zorg voor verwaarloosde kinderen (St. Elisabethsvereniging). [N 96D (1989)] III-3-3
sint-hubertusbrood hubertusbrood: hubertusbroad (Lutterade) Het brood dat op St. Hubertusdag gezegend en uitgereikt werd als afweer tegen hondsdolheid [Sint Hubertusbroeëd]. [N 96C (1989)] III-3-3