e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stam van de boom stam: WBD/WLD  sjtam (Lutterade) Het deel van een boom van de wortels tot aan de takken (stam, bol). [N 82 (1981)] III-4-3
station statie (<lat.): staasje (Lutterade), statie (Lutterade) de plaats van aankomst en vertrek van treinen [station, statie, halte] [N 90 (1982)] III-3-1
steeg, steegje gats, gatsje: gats (Lutterade), gätske (Lutterade), steeg, steegje: schteeg (Lutterade), schteegske (Lutterade), sjteeg (Lutterade) een smalle, armoedige straat [slop, straatje, steeg, gats] [N 90 (1982)] || steeg [SGV (1914)] || steegje [SGV (1914)] III-3-1
steek steek: schtēēk (Lutterade) steek [SGV (1914)] III-1-2
steelvormig handvat handvat: handjvat (Lutterade), steel: schtēēl (Lutterade) Rechte greep waarmee b.v. een pan, kan pot, lepel, vork wordt aangepakt (steel, handvat, handsvat) [N 79 (1979)] || steel [SGV (1914)] III-2-1
steen pit: WBD/WLD  pit (Lutterade), steen: sjtein (Lutterade) De pit van een steenvrucht (kern, steen, pit, baak, teel, kelling). [N 82 (1981)] III-2-3
steenberg steenberg: stęjnbɛrx (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]) Een hoge steenhoop in de nabijheid van de mijnen waarop het niet gebruikte gesteente wordt gestort. [N 95, 34; Vwo 733; Vwo 742; Vwo 755; Vwo 775; Vwo 798; monogr.] II-5
steendam steendam: štęjndam (Lutterade  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een soort galerijbeveiliging bestaande uit twee evenwijdig aan de galerij lopende steenmuren waartussen een steenvulling is aangebracht. De steenmuren moeten met de hand worden opgetrokken en zijn samengesteld uit brokken steen. [N 95, 586] II-5
steengang steengang: štęjngaŋk (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]) De term steengang wordt in de Belgische mijnen gebruikt voor iedere gang die door het gesteente wordt aangelegd: "In Belgisch-Limburg zegt men "steengang" voor al de tunnels doorheen de steenrots gegraven" (Defoin pag. 29). In de Nederlandse mijnen maakt men een onderscheid tussen steengangen en steengalerijen. Een steengang is een mijngang in het gesteente, die dwars op de strijkrichting van de koollagen wordt gedreven. De koollagen worden door een steengang dus doorsneden. Een steengalerij daarentegen loopt evenwijdig aan de strijkrichting van de koollagen (zie ook het lemma Steengalerij): "In Nederlands-Limburg slaan de termen "gang" en "galerij" niet op de steenrots of op de kolenlaag, maar wel op de al dan niet haakse richting ten opzichte van de steenbanken, zodat men er steengangen en steengalerijen heeft" (Defoin pag. 29). [N 95, 180; N 95, 795; N 95, 372; monogr.; Vwo 298; Vwo 335; Vwo 735; Vwo 791] II-5
steengruis gruis: grȳs (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]) Steen in verbrijzelde, verbrokkelde toestand. [N 95, 549; N 95, 795] II-5