| 23317 |
broederschap |
broederschap:
brooderschap (Q016p Lutterade)
|
broederschap [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 24115 |
broederschap van de heilige kindsheid |
heilige kindsheid:
heilige kindjsheid (Q016p Lutterade)
|
De broederschap van kinderen die als doel had de heidense kinderen, vooral die in China, op te voeden, Broederschap der H. Kindsheid [Hèllige Kinsheid]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 22040 |
broedschotel |
broedkommetje:
breuikömpke (Q016p Lutterade)
|
Hoe heet verder: aarden schotel dienend als nest? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 33614 |
broeibak |
broeibak:
breubak (Q016p Lutterade)
|
[SGV (1914)]
I-7
|
| 18744 |
broek |
broek:
brōk (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Broek gemaakt van zeer stevige stof en voorzien van dubbele knieēn. Volgens een informant van Q 121 is de "kuilboks" een onderdeel van de "kuilmontuur". [N 95, 61; monogr.]
II-5
|
| 18197 |
broek: algemeen |
boks:
bóks (Q016p Lutterade),
broek:
brook (Q016p Lutterade)
|
broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 28728 |
broekenmaker |
broekenmaker:
brōkǝmē̜kǝr (Q016p Lutterade)
|
Persoon die alleen maar broeken maakt. Het woordtype stukwerker duidt op een persoon die niet uitsluitend broeken maakt. [N 59, 195b]
II-7
|
| 28902 |
broekenplank |
broekenplank:
brōkǝplaŋk (Q016p Lutterade)
|
De broekenplank is de strijkplank die bij het openpersen van de broeksnaden in de broekspijp gestoken wordt. Deze plank heeft volgens de informant van L 416 de lengte van de broekspijp. De informanten van Q 17, Q 165 en Q 198 noemen zowel de plank waarmee zij de broekspijpen persen als de plank waarmee zij de mouwnaden persen mouw(e)plank(je) of mouwenhout. Zie ook de lemmata ɛpersplankɛ en ɛmouwplankɛ. Zie afb. 15.' [N 59, 19c]
II-7
|
| 18423 |
broekspijp |
bokspijp:
bókspiepe (Q016p Lutterade),
pijp:
piep (Q016p Lutterade),
piepe (Q016p Lutterade)
|
de pijpen van de broek [N 59 (1973)] || Hoe noemt U de pijp van een broek? [N 62 (1973)] || pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 18309 |
broeksriem |
boksenriem:
bóksereem (Q016p Lutterade)
|
band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|