18509 |
drukknoop |
knipper:
knepǝr (Q016p Lutterade)
|
Uit twee helften bestaand knoopje dat sluit door de delen in elkaar te drukken. [N 62, 52; MW]
II-7
|
19230 |
drukte maken |
omstand maken:
omsjtenj make (Q016p Lutterade)
|
drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19274 |
drukte, gedoe |
gedoens:
gedoons (Q016p Lutterade),
omstand:
omsjtenj (Q016p Lutterade)
|
een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)] || gedoente [SGV (1914)]
III-1-4
|
25133 |
druppel |
druppel:
druppel (Q016p Lutterade)
|
een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
28757 |
duffel |
duffel:
døfǝl (Q016p Lutterade)
|
Dikke wollen stof met lang haardek. [N 62, 90; N 59, 201; MW]
II-7
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
doef (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
Duif [SGV (1914)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21982 |
duif die normaal op korteafstandsvluchten vliegt |
korteafstandvlieger:
korte aafsjtandj vleeger (Q016p Lutterade)
|
Hoe heet een duif die normaal vliegt: op korte afstandsvluchten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21981 |
duif die normaal op langeafstandsvluchten vliegt |
afstandvlieger:
aafsjtandj vleeger (Q016p Lutterade)
|
Hoe heet een duif die normaal vliegt: op lange afstandsvluchten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21926 |
duif met effen grijs-blauw vederkleed |
blauwe, een ~:
de blauwe (Q016p Lutterade)
|
Elke duif heeft bij de duivesporter in de regel een naam. Indien U hiervoor benamingen kent, die: afgeleid zijn van het ringnummer, geef hiervan dan een/enkele voorbeeld(en)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21907 |
duif uit het eerste nest van het jaar |
pieper:
pieper (Q016p Lutterade)
|
Hoe heet een duif uit het eerste nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|