e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

Gevonden: 4058
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dunne wollen kous kous: kousen (Lutterade) kousen, dunne (wollen) ~ [slekke kousen] [N 24 (1964)] III-1-3
dunne zijden dameskous kous: kousen (Lutterade) dameskousen, dunne zijden ~ [N 24 (1964)] III-1-3
dunne zwarte rouwkous zwarte kous: zwarte kousen (Lutterade) kousen, dunne zwarte ~ gedragen in de rouwtijd [N 24 (1964)] III-1-3
durven dorren: dŏrre (Lutterade) durven [SGV (1914)] III-1-4
dutje hazenslaapje: hazesjleupke (Lutterade) Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] III-1-2
duwen duwen: duje (Lutterade) duwen [SGV (1914)] III-1-2
dwangbuis dwangbuis: dwangbuus (Lutterade) een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk biels: biels (Lutterade), bielzen (Lutterade) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsdrijven warsdrijven: ps. boven de è staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  wèschdrieve (Lutterade) dwarsdrijven [SGV (1914)] III-1-4
dwarsdrijver dwarsdrijver: dweasjdriever (Lutterade), warsdrijver: ps. boven de è staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  wèschdriever (Lutterade) dwarsdrijver [SGV (1914)] || iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)] III-1-4