24316 |
glimworm |
glimwormpje:
glimwurmpke (Q016p Lutterade),
gloeiworm:
WBD/WLD
gleuworm (Q016p Lutterade),
vuurman:
WBD/WLD gleuworm: > groot aantal / men was er bang voor
vuurmane (Q016p Lutterade),
vuurwormpje:
vuurwörmke (Q016p Lutterade)
|
glimworm [SGV (1914)] || Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
19456 |
gloed |
hits:
hits (Q016p Lutterade)
|
Hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt (gloed, hitte, warmte) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
23607 |
gloria |
gloria (lat.):
gloria (Q016p Lutterade)
|
De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18957 |
gluiperd |
gluiperd:
gloepert (Q016p Lutterade)
|
een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23922 |
god de vader |
god:
God (Q016p Lutterade)
|
God de Vader. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23890 |
godsdienstonderricht op zondag |
christenleer:
kristelear (Q016p Lutterade)
|
Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23426 |
godslamp |
godslamp:
de goadslamp (Q016p Lutterade),
godslamp (Q016p Lutterade)
|
De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23960 |
godslastering |
godslastering:
godslastering (Q016p Lutterade)
|
Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
29029 |
goed passen |
goed passen:
gōt pasǝ (Q016p Lutterade)
|
Goed zitten of passen, gezegd van een kledingstuk. [N 62, 26a; MW]
II-7
|
34403 |
goede grazer |
grazer:
grāzǝr (Q016p Lutterade)
|
[N 77, 19]
I-12
|