18835 |
komisch |
komisch:
koumejch (Q016p Lutterade)
|
lachwekkend omdat de tegenstelling tussen het gepretendeerde en het werkelijke doorzien wordt [komisch, vies] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20005 |
konijn |
konijn:
kenien (Q016p Lutterade)
|
konijn [SGV (1914)]
III-2-1
|
24322 |
konijnenhol |
konijnspijp:
WBD/WLD
knienspiep (Q016p Lutterade),
pijp:
pieəjp (Q016p Lutterade)
|
Hoe noemt u het in de grond uitgegraven verblijf van een konijn (kneut, pijp, potje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21266 |
koning |
koning:
ps. omgespeld volgens Frings.
kø͂ͅning (Q016p Lutterade)
|
koning [SGV (1914)]
III-3-1
|
23714 |
koningin des hemels |
regina caeli:
Regima Caeli (Q016p Lutterade)
|
Het "Koningin des hemels"of "Regina caeli", het Angelus-gebed in de Paastijd. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18968 |
konkelen |
konkelen:
zie ook het lemma "konkelfoezen"in WBD dl. III, 3.1 (woordverklaring wijkt inhoudelijk iets af)
konkele (Q016p Lutterade)
|
heimelijk invloed aanwenden om zijn doel te bereiken, met slinkse streken aangaan [kronkelen, kuipen, konkelen, foeken, konkelfoeken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21823 |
konkelfoezen (wbd) |
smoezen:
Van Dale: smoezen, I.2. bedekt en zacht met iem. praten vooral ten koste van iemand anders.
sjmoeze (Q016p Lutterade)
|
verdacht en zachtjes met elkaar zitten te praten [smoezen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
33399 |
kooi voor mestvarkens |
mestkot:
męskǫt (Q016p Lutterade)
|
Hier staan de betrekkelijk zeldzame specifieke benamingen voor het hok van de mestvarkens bijeen. Vergelijk de toelichting bij het lemma "hok voor de beer" (2.4.8). [N 76, 41c]
I-6
|
19416 |
kookkachel, fornuis |
fornuis:
fornuus (Q016p Lutterade),
fərny(3)̄s (Q016p Lutterade)
|
fornuis [SGV (1914)] || Vierkante kookkachel met een of meer ovens waarop men verschillende dingen tegelijk kan koken, braden of stoven (fornuis, kookkachel, cuissinière) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20584 |
kooksel |
kokens, het -:
⁄t kaokes (Q016p Lutterade),
kooksel:
kaoksel (Q016p Lutterade)
|
kooksel; Hoe noemt U: Het gekookte, het kooksel (kokenage, kook, zooi) [N 80 (1980)]
III-2-3
|