18004 |
koorts |
brand:
brāndj (Q016p Lutterade),
fieber (du.):
fieeber (Q016p Lutterade)
|
koorts [SGV (1914)]
III-1-2
|
23563 |
koorzanger |
koorzanger:
koarzenger (Q016p Lutterade)
|
Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19856 |
kop |
varkenskop:
vɛrkǝskǫp (Q016p Lutterade)
|
[N 76, 11; monogr.]
I-12
|
27995 |
kop van de pijler |
pijlerkop:
[pijler]kǫp (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Het einde van de pijler, in het algemeen tevens het hoogste punt van de pijler. De woorden en woorddelen (pijler) en (streb) zijn fonetisch gedocumenteerd in het lemma Pijler. [N 95, 280]
II-5
|
21411 |
kopen |
kopen:
koupe (Q016p Lutterade)
|
koopen [SGV (1914)]
III-3-1
|
28230 |
koperen mijnlamp |
messinglamp:
mɛseŋlamp (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
Uit koper, volgens Lochtman (pag. 47) ook uit messing vervaardigde benzinelamp. In de Nederlandse mijnen was de koperen lamp een onderscheidingsteken dat door iedereen die opzichter of hoger was, werd gedragen. In de mijnen van Zwartberg en Waterschei kon men volgens de invuller uit L 417 aan de koperen mijnlamp de ingenieurs herkennen. Naast de controle op mijngas was de koperen mijnlamp, aldus een respondent uit Q 113, ook nodig toen men nog met het kompas de richting moest aangeven. Een ijzeren lamp zou het kompas laten afwijken van het noorden. [N 95, 262a; N 95, 262b; N 95, 129; monogr.; N 95, 242]
II-5
|
27922 |
kophout |
kophout:
kophǫwt (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Een stijl met daarop een plankje of een stuk halfhout. Het geheel kan worden gebruikt als voorlopige ondersteuning in een kerf. Zie de semantische toelichting van de lemmata Inkerven en Kerf. [N 95, 492; N 95, 330; monogr.]
II-5
|
28871 |
kopieerwieltje |
radeerraadje:
radērrē̜tjǝ (Q016p Lutterade)
|
Een scherp getand wieltje aan een handvat om patronen uit te raderen. Zie afb. 5. [N 59, 4]
II-7
|
19582 |
kopje |
bak:
bak (Q016p Lutterade)
|
een kop koffie [SGV (1914)]
III-2-1
|
21944 |
koppel |
koppel:
ei koppel (Q016p Lutterade)
|
Wat is de dialectbenaming voor: een paar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|