e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kortwieken toppen: topǝ (Lutterade) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
koster koster: köster (Lutterade) De koster [köster, kuster, keuster?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kosteres kosteres: kösteres (Lutterade) Een vrouw die het kostersambt uitoefent [kosteres, kosterin, kosterse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kostganger kostganger: kosgänger (Lutterade) kostganger [SGV (1914)] III-3-1
kostschool pensionaat (<fr.): pensionaat (Lutterade, ... ) een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)] III-3-1
koud, mistig en somber weer bedroefd (weer): bedreufd wéér (Lutterade), daar hangt damp: doa hingt damp (Lutterade), droevig (weer): dreuvig wéér (Lutterade), duister (weer): duuster wêr (Lutterade) donker [~ weer] [SGV (1914)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] || triest, stil weer [koereloeke] [N 22 (1963)] III-4-4
koude noordenwind, bijs bijs: bīēs (Lutterade), koude wind: eine kaauwe wèndj (Lutterade) koude [een ~ wind] [SGV (1914)] || koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)] III-4-4
koudvuur koudvuur: kouawt vuur (Lutterade) Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 84 (1981)] III-1-2
kous met knoopjes slobkous: sjlópkouse (Lutterade) kousen met knoopjes die over de gewone kousen worden gedragen [slopkouse, sjlopehaoze, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
kous: algemeen hoos: oas (Lutterade), n kousen]: haos (Lutterade), kous (Lutterade) kous [SGV (1914)] || kous, lange beenbekleding [haos, hous, sjtrump [N 24 (1964)] III-1-3