23878 |
bedevaartprentje |
bedewegbeeldje:
beaweagbildje (Q016p Lutterade)
|
Een prentje ter nagedachtenis aan een bedevaart. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23879 |
bedevaartvaantje |
bedewegvaantje:
beaweagveanke (Q016p Lutterade)
|
Een vaantje of vlagje dat tijdens een bedevaart gedragen en daarna als gedachtenis aan die bedevaart bewaard wordt, bedevaartsvaantje, -vlagje, pelgrimsvlagje. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24054 |
bediend worden |
bediend worden:
bedeend weare (Q016p Lutterade)
|
Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21558 |
bedienen |
bedienen:
eine bedeene (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
De communie brengen aan een zieke thuis, bijv. op de eerste vrijdag van de maand [inne ózzen Herrejot bringe, inne verzieë]. [N 96D (1989)] || Iemand bedienen, berechten, iemand de laatste sacramenten toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19213 |
bedorven (persoon) |
bedorven:
mar.: vgl. ook het lemma "verwend kindje"in afl. 2.2.
bedorve (Q016p Lutterade)
|
met te grote toegeeflijkheid opgevoed, met een bedorven karakter [mouter] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34540 |
bedorven ei |
rotte eieren:
rǫtǝ ęi̯ǝr (Q016p Lutterade)
|
[N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.]
I-12
|
18965 |
bedriegen |
bedriegen:
bedreegen (Q016p Lutterade),
konkelen:
konkele (Q016p Lutterade),
verneuken:
verneuake (Q016p Lutterade)
|
bedriegen [SGV (1914)] || iemand door list en leugen voor de gek houden en daarvan gebruik maken [kullen, bikken, kleuten, bijbrengen, belakken, verneuken, besleuteren, loren, lorzen, bedonderen, bemieteren, besodemieteren, kinkelfoezen] [N 85 (1981)] || opzettelijk bedrog [konkelfoes, konterband] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18966 |
bedrieger |
strijgelhaan:
ene striegelhaan (Q016p Lutterade)
|
iemand die een ander bedriegt [prul, smiechel, striegelaam, bedrieger] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27522 |
bedrijfsleiding |
bedrijfsbazen:
bǝdrīfsbāzǝ (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Laura, Julia])
|
Algemene benaming voor de bedrijfsleiding. Een aantal woordtypen duidt op een bijnaam of spottende benaming. [N 95, 164]
II-5
|
18825 |
bedroefd |
bedroefd:
bedreuft (Q016p Lutterade),
droef:
dreuf zeen (Q016p Lutterade)
|
bedroefd [SGV (1914)] || verdriet hebbend, treurig [droef, bedroefd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|