e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
miskraam misval: misval (Lutterade) Miskraam: te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 84 (1981)] III-2-2
mislukte steek geluste steek: gǝløsdǝ štēk (Lutterade) Steek met de naaimachine die niet gepakt is. [N 62, 16b] II-7
mismaakt misvormd: misvormd (Lutterade) mismaakt [SGV (1914)] III-1-2
missaal missaal: messaal (Lutterade) Een kerkboek waarin de misgebeden zijn opgenomen [misboek, mèsbook, mèssebook, missaal?]. [N 96B (1989)] III-3-3
missie missie (<fr.): missie (Lutterade) Een meerdaagse reeks preken, gebedsoefeningen e.d. die eens in de 10 jaar in de parochie werd gehouden ter heropwekking en verdieping van het geloof en ter bekering van zondaars [missie, volksmissie?]. [N 96B (1989)] III-3-3
missiekruis missiekruis: missiekruuts (Lutterade) Een groot kruisbeeld ter herinnering aan een in de parochie gepreekte missie [missiekruis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mist, nevel (alg.) damp: damp (Lutterade, ... ) mist [domp, mok, moek] [N 22 (1963)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] III-4-4
misweek misweek: mèsweak (Lutterade) Een misweek. [N 96B (1989)] III-3-3
miswijn miswijn: mèswien (Lutterade) De miswijn [mèswien?]. [N 96B (1989)] III-3-3
modder, slijk prats: pratsjeh (Lutterade) modder, mengsel van aarde, vuil, allerlei organische stoffen met water [plamei, debber, pladedder, moor, dedder, plamoes, moes, kwet, drabbik, dwal] [N 81 (1980)] III-4-4