21719 |
onderzoek |
visitatie (<lat.):
visitaasje (Q016p Lutterade)
|
alle naspeuringen in een zaak [onderzoek, visitatie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18948 |
ondeugende vrouw |
loeder:
loeder (Q016p Lutterade)
|
een vrouw die zich niet aan de zedelijke normen houdt, zich niet volgens deze gedraagt, en zich er niet aan stoort [loeter] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19305 |
oneerlijk(heid) |
oneerlijk:
onearlik (Q016p Lutterade)
|
liegend en bedriegend [onreins, oneerlijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18975 |
onfatsoenlijk |
vies:
vies (Q016p Lutterade),
⁄ne vieze (Q016p Lutterade)
|
in strijd met het fantsoen, met de goede manieren [vies, onfatsoenlijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18901 |
ongehoorzame jongen |
bengel:
bengel (Q016p Lutterade)
|
een ongehoorzame jongen [bengel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20382 |
ongehuwd samenleven |
zich ophouden met -:
zich op hawe met (Q016p Lutterade)
|
een concubinaat, een buitenechtelijke samenleving van man en vrouw, gedurende enige tijd [N 96D (1989)]
III-2-2
|
29105 |
ongelijke zoom |
scheve zoom:
šęjvǝ zǫwm (Q016p Lutterade)
|
Zoom die ongelijk hangt. [N 62, 77]
II-7
|
23246 |
ongelovige |
ongelovige:
ongeluivige (Q016p Lutterade)
|
Een ongelovige, de ongelovigen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18821 |
ongelukkige |
arme hals:
ermenhals (Q016p Lutterade)
|
iemand die door het ongeluk is getroffen [stakkerd, duts] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25057 |
ongeordende hoeveelheid, chaos |
boel:
boel (Q016p Lutterade),
warwinkel:
warwinkel (Q016p Lutterade)
|
boel [SGV (1914)] || een verwarde boel [hals, rommel, piëel, warwinkel, werzel, pan] [N 91 (1982)]
III-4-4
|