e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lutterade

Overzicht

Gevonden: 4058
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
betten van een wonde baden: baeje (Lutterade), bea (Lutterade) lessen: Een wonde betten (lessen, betten). [N 84 (1981)] III-1-2
beugelring beugel: beugel (Lutterade) De ijzeren ring van de beugelbaan [beugel, poort, ring]. [N 88 (1982)] III-3-2
beuk beuk: beuk (Lutterade) beuk [SGV (1914)] III-4-3
beurs voorportaal: t veurportoal (Lutterade) De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)] III-3-3
beurse plek bluts: WBD/WLD  blutsch (Lutterade) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
bevallen bevallen: bevalle (Lutterade) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] III-2-2
bevel bevel: ps. boven de è staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  bevèl (Lutterade, ... ) bevel [SGV (1914)] III-1-4, III-3-1
bewieroken bewieroken: bewierouke (Lutterade) Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bewust verzuimen krankvieren: kraŋkvīrǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]) Zonder wettige redenen of zonder vooraf aangevraagd verlof niet werken. [N 95, 916: N 95, 915; monogr.; Vwo 823] II-5
bezadigd gemoedereerd: gemodereerd (Lutterade) zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4