18858 |
ontzien |
ontzien:
ontzeen (Q016p Lutterade)
|
iemand zoveel mogelijk sparen [ontzien, vreeuwen, vieren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28071 |
onverantwoord kolen delven |
roven:
rǫwvǝ (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Steenkool wegnemen op een plaats waar dit niet mag, of op onoordeelkundige wijze. Vooral het onverantwoordelijke aspect van het "ruppen/roppen" wordt door een aantal zegslieden benadrukt. Zo schrijft een respondent uit Q 113 dat men op de vier Oranje-Nassaumijnen met deze term bedoelde het weghalen van de kool achter de stijlen zonder ondersteuningen te plaatsen, terwijl een invuller uit Q 121 daar nog aan toevoegt dat dit op de Domaniale mijn gebeurde wanneer er te weinig wagens geproduceerd waren. [N 95A, 2; monogr.; N 95, 510]
II-5
|
34310 |
onvruchtbaar vrouwelijk varken |
kriem:
krēm (Q016p Lutterade)
|
Door organische afwijkingen onvruchtbaar vrouwelijk varken. [N 76, 10; JG 1c, 2c]
I-12
|
33682 |
onvruchtbare grond |
slechte grond:
šlɛxtǝ gronjtj (Q016p Lutterade)
|
Grond van slechte kwaliteit. De oorzaak kan verschillend zijn. Het gevolg is echter een slecht landbouwproduct. [N 27, 31; N 27, 29; N 11, 2d; N 11, 2f; A 10, 4; N 6, 33a; Vld.; monogr.]
I-8
|
23979 |
onwaardig |
onwaardig:
onwurdig (Q016p Lutterade)
|
Onwaardig [ónwèèrdig, ónwuurdieg]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25119 |
onweersbui |
hommelschuil:
hómmelsjoel (Q016p Lutterade),
ommelschoel (Q016p Lutterade),
ŏmmelschoel (Q016p Lutterade)
|
donderbui [SGV (1914)] || onweersbui [SGV (1914)] || onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25176 |
onweerx |
hommelweer:
hómmelwéér (Q016p Lutterade),
onweer:
ónwéér (Q016p Lutterade)
|
onweer [N 22 (1963)]
III-4-4
|
17973 |
onwel |
krank:
krank zeen (Q016p Lutterade),
slecht:
zich sjlech veule (Q016p Lutterade)
|
Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23923 |
onze-lieve-heer |
onze-lieve-heer:
Ooze leevenear (Q016p Lutterade)
|
Onze Lieve Heer [slievenheer]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23927 |
onze-lieve-vrouw |
onze-lieve-vrouw:
oos Leefvrouw (Q016p Lutterade)
|
Onze Lieve Vrouw [Lie(f)vrouw, Sliefvrouw]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|