e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oogst -opbrengst oogst: [oogst] (Lutterade) Oogst in de betekenis van "een goede oogst" of "de oogst staat er goed voor"; het tweede deel van deze laatste uitdrukking is ondergebracht in het volgende lemma. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen [oogst], [bouw] en [bouwt], zie het lemma ''oogst -werkzaamheden'' (4.1.2); de in dit lemma gedocumenteerde varianten van oogst komen daar ofwel in het geheel niet voor, ofwel (soms) als een wezenlijk andere variant. [N 15, 11; L 5, 29; L 39, 39; S 27; monogr.; add. uit N 15, 10 en12] I-4
oogst -werkzaamheden oogst: ǫu̯s (Lutterade) Het geheel van de werkzaamheden; het zelfstandig naamwoord. Zie ook Fsa, I, kaart 9. In vergelijking met N 15, 7 ("alle oogstwerkzaamheden te zamen") levert N 15, 8 ("graanoogst") in het geheel geen nieuw materiaal op; overal worden samenstellingen met graan (zie het lemma ''graan, koren'' 1.2.1) en van de opgave van N 15, 7 opgegeven. In het materiaal S 27 staan beide woorden oogst, eerst in de betekenis "het geheel van de werkzaamheden" en daarna in die van "opbrengst", onder elkaar en dat heeft waarschijnlijk suggestief gewerkt, vandaar de talrijke gelijkluidende antwoorden in het lemma ''oogst -opbrengst'' (4.1.3). Voor de behandeling van de varianten van het type oogst, vergelijk de toelichting bij het lemma ''oogsten'' (4.1.1). [N 15, 7 en 8; S 27; Wi 52; NE 3.V, 6g; monogr.; add. uit L 40, 8] I-4
oogvuil (slaper) pips: pupsje (Lutterade) vuil, Gedroogd ~ in de ooghoeken (slaper, slaap). [N 84 (1981)] III-1-1
oom nonk: nonk (Lutterade) oom [SGV (1914)] III-2-2
oorknop oorknop: oarknup (Lutterade) sieraad min of meer in de vorm van een knop die men aan elk oor draagt [knop, oorknop, dormeuse] [N 86 (1981)] III-1-3
oorlog oorlog: aorlog (Lutterade), oarlog (Lutterade) de strijd tusseen twee of meer volken, vorsten of staten [oorlog, krijg] [N 90 (1982)] III-3-1
oorring oorbel: oarbel (Lutterade) zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)] III-1-3
oorveeg oorveeg: ooarvie (Lutterade, ... ) muilpeer, slag op de kaak [SGV (1914)] III-1-2
oorvormig handvat oor: (de typische geleense dubbelklank, die lijkt op een snel uitgesproken: owar)  oär (Lutterade) Oorvormig handvat van b.v. een kopje, pan, kan etc. (oor, handsvat, handvat) [N 79 (1979)] III-2-1
oostindische kers kappertje: kepperkes (Lutterade, ... ) [N 92 (1982)]Oostindische kers (tropaeolum majus nana). De bladeren zijn roodachtig met 5 zeer stompe hoeken, ze zijn iets grijsgroen. De kelk is geel. De kroonbladeren zijn oranje tot lichtgeel, aan hun voet met franje. De onrijpe vruchten worden in azijn ingemaakt, [N 92 (1982)] I-7, III-2-1