e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lutterade

Overzicht

Gevonden: 4058
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bidprentje doodsprentje: doadsprintje (Lutterade) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstoel bidstoel: bidstool (Lutterade), gebedstoel: de gebêdsjtool (Lutterade) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bidstond bede-uur: beaoer (Lutterade) Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
biecht biecht: de bich (Lutterade) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biecht horen: bich hoare (Lutterade) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtbriefje biechtbriefje: bichbreefke (Lutterade) Een biechtbriefje, het bewijs dat men de Paasbiecht had gehouden [biechbrifje]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechteling biechteling: bichteling (Lutterade) De biechteling, de gelovige die gaat biechten. [N 96D (1989)] III-3-3
biechten (gaan) <uitdr.> de ketel schuren: ps. boven de è staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  de kètel schoere (Lutterade), <uitdr.> kleezaad verkopen: klieezoad verkoupe (Lutterade), biechten (gaan): bichte (Lutterade), zich biechten (gaan): zich biechte (Lutterade) biechten [SGV (1914)] || Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtpenning biechtpenning: bichpenning (Lutterade) De vrije gift na de biecht aan de pastoor tot kerkelijk onderhoud bestemd, biechtpenning. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: bichsjtool (Lutterade), de bichsjtool (Lutterade) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3