33796 |
poot |
varkenspoot:
vɛrkǝspoǝt (Q016p Lutterade)
|
[N 76, 12]
I-12
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
pootaardappelen:
pǭt[aardappelen] (Q016p Lutterade)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
pŏp (Q016p Lutterade),
pòp (Q016p Lutterade)
|
vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
22660 |
poppenspel |
poesjenellenspel:
poesjenellespeel (Q016p Lutterade)
|
De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24490 |
populier (alg.) |
belboom:
belbaum (Q016p Lutterade),
canadas:
canadas (Q016p Lutterade)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || populier [SGV (1914)]
III-4-3
|
27681 |
portier |
portier:
pǝrtēr (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma])
|
De portier bewaakt dag en nacht de toegang tot de mijn. [N 95, 124; monogr.]
II-5
|
27682 |
portiersloge |
portiersloge:
portērsloažǝ (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De ruimte waar de portier zich bevindt. Uit de woordtypen "penningcontrole", "penningenboede" en "markenboede" blijkt dat de portier ook soms de dienstpenningen uitgaf. [N 95, 4]
II-5
|
21203 |
postbode |
brievendrager:
breevendraeger (Q016p Lutterade),
post:
pos (Q016p Lutterade)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21141 |
postkoets |
postkoets:
poskoetsj (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21207 |
postzegel |
postzegel:
poszeegel (Q016p Lutterade),
poszegel (Q016p Lutterade)
|
het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|