25042 |
ruw, ruig |
ruw:
roeʔe (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)]
III-4-4
|
21291 |
ruzie maken |
tintelen:
WNT: tintelen (I), B. Prikkelen, 2) Met vijandige bedoeling, a) beleedigen, kwetsen, krenken.
tintjele (Q016p Lutterade)
|
ruzie maken [kakelen, puken] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
23423 |
sacramentsaltaar |
sacramentsaltaar:
sacrementseljter (Q016p Lutterade)
|
Het sacramentsaltaar (in grote kerken), een afzonderlijk altaar waarop zich het tabernakel met de H. Hosties bevindt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23812 |
sacramentsdag |
sacramentsdag:
sakrementsdaag (Q016p Lutterade)
|
Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23425 |
sacramentshuisje |
sacramentshuisje:
sacrementshuske (Q016p Lutterade)
|
Het sacramentshuisje, een vrijstaande of in de muur uitgespaarde kast waarin de geconsacreerde Hosties bewaard worden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23288 |
sacramentsprocessie |
sacramentsprocessie (<lat.):
sakrementspersesse (Q016p Lutterade)
|
De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23680 |
sacramentsweek |
sacramentsweek:
sacrementsweak (Q016p Lutterade)
|
Een sacramentenweek (iedere dag wordt een ander sacrament behandeld en daarbij passende geestelijke oefeningen gehouden]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23321 |
sacristie |
gerfkamer:
gerfkamer (Q016p Lutterade),
sacristie:
sacristie (Q016p Lutterade),
sakresjtie (Q016p Lutterade)
|
gerfkamer [SGV (1914)] || Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21332 |
samenspannen |
heulen:
heule (Q016p Lutterade)
|
samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24682 |
sap in planten |
sap:
saap (Q016p Lutterade),
WBD/WLD
sāāp (Q016p Lutterade)
|
Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
III-4-3
|