25111 |
bliksem, bliksemflits |
bliksem:
bliksem (Q016p Lutterade),
bliksemstraal:
bliksemsjtraol (Q016p Lutterade)
|
bliksem [SGV (1914)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25113 |
bliksemen |
bliksemen:
bliksemen (Q016p Lutterade),
⁄t bliksemt (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] || bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || het bliksemt [SGV (1914)]
III-4-4
|
27763 |
blinde schacht, tussenschacht |
tussenschacht:
tøšǝšaxt (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Wilhelmina, Domaniale])
|
Een schacht die niet aan de oppervlakte uitmondt. Een dergelijke schacht wordt aangelegd om steenkoollagen te ontsluiten die tussen de verdiepingen zijn gelegen, en soms voor ventilatie- of vervoersdoeleinden. Zo merkt de respondent uit Q 3 voor de mijnen uit Winterslag en Waterschei op dat de "stortkoker" een blinde schacht is waar kolen en steen door afgevoerd worden en de "luchtschouw" een blinde schacht die uitsluitend wordt gebruikt voor de luchtverversing. Het verschil tussen een opbraak of een neerbraak en een tussenschacht was in de Nederlandse mijnen gelegen in het feit dat in een tussenschacht personenvervoer door middel van liftkooien was toegestaan. [N 95, 78; N 95, 181; monogr.; Vwo 134; Vwo 138; Vwo 206; Vwo 804]
II-5
|
22353 |
blindemannetje spelen |
blindemannetje:
blinjemenke (Q016p Lutterade)
|
Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25018 |
blinken, glimmen, glanzen |
blinken:
blinke (Q016p Lutterade),
blinken (Q016p Lutterade)
|
een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17683 |
bloed |
bloed:
blood (Q016p Lutterade)
|
bloed [SGV (1914)]
III-1-1
|
18057 |
bloeden |
bloeden:
bleu (Q016p Lutterade)
|
bloeden [SGV (1914)]
III-1-2
|
22057 |
bloedluis |
bloedluis:
bloodloes (Q016p Lutterade)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: rode vogelmijt of bloedluis: 1 mm - zuigt s nachts bloed - bij warm weer een echte plaag. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20693 |
bloedworst |
bloedworst:
bloodwoorsj (Q016p Lutterade)
|
bloedworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
24305 |
bloedzuiger |
bloedzuiker:
bloodzuker (Q016p Lutterade)
|
bloedzuiger [SGV (1914)]
III-4-2
|