27805 |
voorbereidingspost |
voorbereidingspost:
vø̄rbǝręjeŋspos (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Front van de galerij waar de voorbereidingsploeg de galerij verder in de koollaag en het gesteente drijft. [N 95, 176; monogr.]
II-5
|
23724 |
voorbidden |
voorbeden:
veurbea (Q016p Lutterade)
|
Voorbidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24025 |
voorbruidje |
voorengel:
veurengel (Q016p Lutterade)
|
Het bruidje dat de stoet van eerste-communicantjes opent, d.w.z. vooropgaat [veuringel]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24956 |
voorde, doorwaadbare plaats |
doorsteek:
doorsjtaek (Q016p Lutterade),
oversteek:
euversjteak (Q016p Lutterade),
voorde:
voor (Q016p Lutterade)
|
de plaats waar een weg door een beek of een riviertje gaat, de plaats waar die beek doorwaadbaar is (voorde, voord) [N 90 (1982)] || doorwaadbare plaats in een water [waaistap, gewad, doorsteek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
23905 |
voorgeborchte |
voorgeborchte:
veurgeborchte (Q016p Lutterade)
|
Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23384 |
voorgeborchte van de biechtstoel |
biechthokje:
bichhôkske (Q016p Lutterade)
|
Dat gedeelte van de biechtstoel, waar de biechteling neerknielt [voorgeborchte?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
27933 |
voorgespannen kap |
voorgespannen kap:
vø̄rgǝšpanǝ kap (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma])
|
Kap die bij voorgedreven betimmering wordt gebruikt en die gedragen wordt door de aan de reeds bestaande ondersteuning bevestigde voorspanbalken. [N 95, 363; monogr.]
II-5
|
28009 |
voorman, ploegbaas |
voorman:
voorman (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Wilhelmina])
|
Ploegbaas of voorman op een werkpunt. Zie ook het lemma Schudgootbaas. [N 95, 163; monogr.; Vwo 23; Vwo 234]
II-5
|
23989 |
voornemen om niet meer te zondigen |
voornemen:
veurnumme (Q016p Lutterade)
|
Het voornemen om niet meer te zondigen [de vuërzats]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19007 |
voornemens zijn |
zich voornemen:
zich vurnumme (Q016p Lutterade)
|
wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)]
III-1-4
|