21743 |
wapen |
wapen:
woape (Q016p Lutterade)
|
een voorwerp dat bestemd is om iemand letsel toe te brengen of zich ermee te verdedigen [wapen, wapie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21741 |
wapenschild |
schild:
sjildj (Q016p Lutterade)
|
een bord waarop een wapen [bijv. van een legeronderdeel] geschilderd is [schild, wapie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25204 |
warm weerx |
warm (weer):
werm (Q016p Lutterade),
zwoel (weer):
sjweul (Q016p Lutterade)
|
warm [SGV (1914)] || warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19717 |
was |
was:
wesch (Q016p Lutterade)
|
wasch [SGV (1914)]
III-2-1
|
19714 |
wasbord |
wasbred:
weschbread (Q016p Lutterade),
wésjbred (Q016p Lutterade)
|
de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)]
III-2-1
|
23597 |
wasdraad |
wiekdraad:
weekdroad (Q016p Lutterade)
|
De in was gedrenkte draad, gebruikt om kaarsen aan te steken [spintlicht?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25487 |
waslokaal |
bad:
bad (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Ruimte waarin de mijnwerker dagelijks na gedane arbeid zich waste of waarin men elkaar de rug waste. Zie ook het lemma Onder De Douche Staan. [N 95, 8; monogr.; N 95, 71]
II-5
|
27125 |
wasserij |
wasserij:
wɛšǝri (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Plaats waar de kolen gewassen worden. Het wasproces heeft tot doel de stenen van de kolen te scheiden. [N 95, 13; Vwo 472; Vwo 851; Vwo 852; monogr.]
II-5
|
23443 |
wastafeltje in de sacristie |
fonteintje:
t fonteintje (Q016p Lutterade)
|
Het wastafeltje of fonteintje in de sacristie, lavabo. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19457 |
waterdamp, wasem |
damp:
damp (Q016p Lutterade)
|
Zichtbaar gasmengsel dat bij het koken van water opstijgt (damp, blaak) [N 79 (1979)]
III-2-1
|