18527 |
zakje net boven de buitenzak |
smokkeltasje:
sjmokkeltesjke (Q016p Lutterade)
|
een zakje net boven de buitenzak (smokkelzakje, spoorzakje etc.) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
28839 |
zakkenvoering |
keper:
kēpǝr (Q016p Lutterade)
|
Voering van de zakken. In de regel een dicht geweven, soepele stof van katoen of een mengsel van katoen en synthetische garens. Ook gebruikt men katoenen voering in keperbinding. [N 59, 120; Gi 1.IV, 27]
II-7
|
23226 |
zalig |
zalig:
zealig (Q016p Lutterade),
zieelig (Q016p Lutterade)
|
zalig [SGV (1914)] || Zalig, gelukzalig [zaalig, zaolig, zeelig]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24070 |
zaliger gedachtenis |
... zaliger:
zealiger (Q016p Lutterade)
|
Zaliger gedachtenis (vader/moeder/..). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23915 |
zaligheid |
zaligheid:
zealigheid (Q016p Lutterade)
|
Zaligheid. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19436 |
zand strooien |
strooien:
sjtruien (Q016p Lutterade)
|
Het strooien van wit zand op de vloer (strooien, strooiselen, opzanden) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
33678 |
zand, zandgrond |
zand:
zanjtj (Q016p Lutterade)
|
Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.]
I-8
|
23859 |
zandfiguren bij de processie |
zand strooien (ww.):
zandjsjtruije (Q016p Lutterade)
|
De zandfiguren die op straten en stoepen worden gestrooid. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24924 |
zandkorrel, korreltje zand |
korentje:
keurke (Q016p Lutterade),
körke zandj (Q016p Lutterade)
|
zandkorrel, korreltje zand [zandeke] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24283 |
zanglijster, lijster |
melder:
mêlder (Q016p Lutterade)
|
lijster [SGV (1914)]
III-4-1
|