21988 |
een duif bovenaan de deelnemerslijst zetten |
eertgetekende:
tippe op easj geteikende (Q016p Lutterade)
|
een duif bovenaan die lijst zetten (om te suggereren dat ze de meeste kans maakt op een goede uitslag)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
23950 |
een gelofte doen |
gelofte doen:
gelüfte doon (Q016p Lutterade)
|
Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20131 |
een hond vleien |
femelen:
\'?\'
femele (Q016p Lutterade),
vleien:
WBD/WLD
vlèje (Q016p Lutterade)
|
Hoe noemt u een hond vleien (fluren, flemen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
21991 |
een hoog bedrag op één duif zetten |
hoog poulen (<fr.):
hoag poele (Q016p Lutterade)
|
Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: een hoog bedrag op één duif zetten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21911 |
een jong pas uit het ei |
papjongen:
papjonge (Q016p Lutterade)
|
een jong pas uit het ei? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20508 |
een kater hebben |
een kop wie een ketel hebben:
⁄ne kop wie ⁄ne kèètel höbbe (Q016p Lutterade)
|
kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21969 |
een klein plankje als zitplaats voor de duif |
duivenplankje:
’t doeveplenkske (Q016p Lutterade)
|
een klein plankje dienend als zitplaats voor de duif. Elke duif heeft zo meestal een vaste plaats. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
27755 |
een koollaag meten |
meten:
mę̄tǝ (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Diktebepaling van de kolenlaag door meting. [N 95, 190; N 95, 191]
II-5
|
27754 |
een koollaag verkennen |
(een kolenlaag) uitpeilen:
ūtpęjlǝ (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Laura, Julia])
|
Wanneer men een koollaag heeft aangetroffen, dan moet deze verkend worden en de koolwinning worden voorbereid. Men gaat dan onderzoeken, hoe het verloop van de koollaag is. Hiertoe maakt men in de koollaag galerijen en doortochten. Hierdoor krijgt men nagenoeg een zuiver beeld van de koollaag. Men weet hoe haar helling is op ieder punt, men kent de dikte en men weet of er storingen in voorkomen. [N 95, 189; N 95, 191; N 95, 202]
II-5
|
27923 |
een kophout plaatsen |
(een kophout) zetten:
zętǝ (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Een voorlopige ondersteuning plaatsen tijdens de winning van een koollaag. Zie voor het object "kophout", "kopstijl" etc. het lemma Kophout. [N 95, 492; N 95, 291]
II-5
|