e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lutterade

Overzicht

Gevonden: 4058
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een duif bovenaan de deelnemerslijst zetten eertgetekende: tippe op easj geteikende (Lutterade) een duif bovenaan die lijst zetten (om te suggereren dat ze de meeste kans maakt op een goede uitslag)? [N 93 (1983)] III-3-2
een gelofte doen gelofte doen: gelüfte doon (Lutterade) Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)] III-3-3
een hond vleien femelen: \'?\'  femele (Lutterade), vleien: WBD/WLD  vlèje (Lutterade) Hoe noemt u een hond vleien (fluren, flemen) [N 83 (1981)] III-2-1
een hoog bedrag op één duif zetten hoog poulen (<fr.): hoag poele (Lutterade) Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: een hoog bedrag op één duif zetten? [N 93 (1983)] III-3-2
een jong pas uit het ei papjongen: papjonge (Lutterade) een jong pas uit het ei? [N 93 (1983)] III-3-2
een kater hebben een kop wie een ketel hebben: ⁄ne kop wie ⁄ne kèètel höbbe (Lutterade) kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)] III-2-3
een klein plankje als zitplaats voor de duif duivenplankje: ’t doeveplenkske (Lutterade) een klein plankje dienend als zitplaats voor de duif. Elke duif heeft zo meestal een vaste plaats. [N 93 (1983)] III-3-2
een koollaag meten meten: mę̄tǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Diktebepaling van de kolenlaag door meting. [N 95, 190; N 95, 191] II-5
een koollaag verkennen (een kolenlaag) uitpeilen: ūtpęjlǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Laura, Julia]) Wanneer men een koollaag heeft aangetroffen, dan moet deze verkend worden en de koolwinning worden voorbereid. Men gaat dan onderzoeken, hoe het verloop van de koollaag is. Hiertoe maakt men in de koollaag galerijen en doortochten. Hierdoor krijgt men nagenoeg een zuiver beeld van de koollaag. Men weet hoe haar helling is op ieder punt, men kent de dikte en men weet of er storingen in voorkomen. [N 95, 189; N 95, 191; N 95, 202] II-5
een kophout plaatsen (een kophout) zetten: zętǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Een voorlopige ondersteuning plaatsen tijdens de winning van een koollaag. Zie voor het object "kophout", "kopstijl" etc. het lemma Kophout. [N 95, 492; N 95, 291] II-5