e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijspegel pegel: pegels (mv.) (Maasbracht) ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4
ijverig vlijtig: vlietig (Maasbracht) noest [SGV (1914)] III-1-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: iezel (Maasbracht) ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzelen ijzelen: iessele (Maasbracht), iezele (Maasbracht) ijzelen [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Maasbracht) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
illustratie illustratie (<fr.): illustratie (Maasbracht) illustratie [SGV (1914)] III-3-1
in de moestuin werken hovenieren: hōͅvənēre (Maasbracht) [N P (1966)] I-7
ingewanden darmen: derm (Maasbracht), ingewand: ingewandj (Maasbracht) ingewanden [N 10a (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
ingewanden van geslacht vee darmen: dɛrm (Maasbracht), pens: pɛns (Maasbracht) Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.] II-1
ingezaaid land klaar: klǭr (Maasbracht) Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4