e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
invetten smeren: smērǝ (Maasbracht) Blik, vorm of plaat invetten om aankleven van het deeg te voorkomen. [N 29, 38a; monogr.] II-1
inzouten inzouten: inzaote (Maasbracht), zouten: zoate (Maasbracht) Wat is bij u de uitdrukking voor het inzouten van het vlees? [N 104 (2000)] || zouten (mv.?) [SGV (1914)] III-2-3
jacquetjak kazavek: kasjeweik (Maasbracht) jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)] III-1-3
jacquetpak jacquet (<fr.): sjaket (Maasbracht) jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)] III-1-3
jak jak: jak (Maasbracht), kazavek: kasjeweik (Maasbracht) jak [SGV (1914)] III-1-3
jaloers jaloers: jaloersch (Maasbracht) jaloersch [SGV (1914)] III-1-4
jam jam: sjém (Maasbracht) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
jammer zonde: ⁄t is zünj (Maasbracht) jammer [zund] [N 07 (1961)] III-1-4
jarig zijn jarig zijn: is ... jeurich (Maasbracht), is ... jeurig (Maasbracht) Hij is in juli jarig, maar de datum ... ik vergeten. [DC 45 (1970)] III-3-2
jarretelle jarretelle (fr.): sjarretels (Maasbracht) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3