e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krentenbrood krentenmik: krintemik (Maasbracht), ei kort  krintemeik (Maasbracht), krentenweg: krintewek (Maasbracht), krintewijk (Maasbracht), krintewèk (Maasbracht) brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentenbrood [SGV (1914)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] || wittebrood met alleen krenten [DC 053A (1978)] III-2-3
kreunen kermen: kerme (Maasbracht) kreunen [SGV (1914)] III-1-4
kribbebijter kribbebijter: krøbǝbitǝr (Maasbracht) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
krielkip kriel: kril (Maasbracht) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgen krijgen: kriege (Maasbracht) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
kroeshaar kroeskop: kroeskop (Maasbracht) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krols krols: krols (Maasbracht), loops: luips (Maasbracht) loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
krom, met bochten krom: kromp (Maasbracht, ... ), krŏmp (Maasbracht) krom [SGV (1914)] || krom (kromp, slom) [DC 35 (1963)] III-4-4
krommen buigen: buige (Maasbracht), krommen: kromme (Maasbracht) krommen [SGV (1914)] III-4-4
krommen, ombuigen buigen: buige (Maasbracht), krommen: kromme (Maasbracht), ombuigen: ombuige (Maasbracht) krommen [SGV (1914)] || ombuigen [SGV (1914)] III-1-2