e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lijfbieden, prolapsus vaginae (de) koningskop laten zien: (de koe) lęǝtj dǝ kø̄neŋskop zēn (Maasbracht), dǝ kø̜̄neŋskop lǭtǝ zēn (Maasbracht) Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a] I-11
lijkstro schoof: erna verbrand  sjouf (Maasbracht) Bepaalde naam voor het stro waarop de overledene was opgebaard [VC 30 (1964)] III-2-2
lijnzaad, vlaszaad lijzend: lēzǝntj (Maasbracht) Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijnzaadmeel lijzendmeel: lēzǝntjmɛ̄ǝl (Maasbracht) De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijsterbes duivelskers: -  düvelskeese (Maasbracht), lijsterbes: -  liesterbes (Maasbracht) lijsterbes (Sorbus aucuparia) [DC 26 (1954)] III-4-3
likken lekken: lekken (Maasbracht) likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)] III-2-3
limburgse kaas stinkkaas: stinkkeës (Maasbracht) Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)] III-2-3
limonade limonade: limmenaat (Maasbracht), limonade (Maasbracht) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] III-2-3
lindeblad lindeblad: linjeblaad (Maasbracht) lindeblad [SGV (1914)] III-4-3
liniaal liniaal: liniaal (Maasbracht) liniaal [SGV (1914)] III-3-1