e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pachtboer halfer: halfǝr (Maasbracht) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pachten pachten: pèchte (Maasbracht), pɛxtǝ (Maasbracht) [S 27; monogr.]pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] I-6, III-3-1
pachtersvrouw halferse: halfǝrsǝ (Maasbracht) [S 27, Wi 2; monogr.] I-6
pad kroddel: kroddel (Maasbracht), krŏddel (Maasbracht) pad [DC 07 (1939)] || pad (dier) [SGV (1914)] III-4-2
pad, paadje pad, paadje: paad, paij (Maasbracht) pad, paden (mv.) [SGV (1914)] III-3-1
paddestoel (alg.) paddestoel: padəsto.l (Maasbracht) paddestoel [RND] III-4-3
pafferig dik, opgeblazen van lijf opgepoest: opgepoesjd (Maasbracht), pafferig (dik): pafferig (Maasbracht) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
pak, kostuum kostuum: kostuum (Maasbracht), pak: ei nuuj pak (Maasbracht), pak (Maasbracht, ... ) Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] || pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)] III-1-3
paling, aal aal: aol (Maasbracht), oal (Maasbracht, ... ), geen verschil  oal (Maasbracht) aal [SGV (1914)] || aal, paling [DC 10 (1941)] || paling [SGV (1914)] III-4-2
pandverbeuren pandverbeuren: pandjverbeure (Maasbracht) pandverbeuren [SGV (1914)] III-3-2