e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pudding pudding: pudding (Maasbracht) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
puimsteen puimsteen: pømstęjn (Maasbracht) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
puistjes bultjes: bultjes (Maasbracht), pukkels: pukkels (Maasbracht) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
punt, stip punt: puntj (Maasbracht) punt [SGV (1914)] III-4-4
puntmuts pinmuts: (niet goed leesbaar)  pinmöts (Maasbracht) muts, wollen spits toelopende ~ met pluim of kwast [N 25 (1964)] III-1-3
putemmer emmer: ømər (Maasbracht) [N 12 (1961)] I-7
putter putter: pötter (Maasbracht, ... ) putter || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)] III-4-1
putzwengel wip: wøp (Maasbracht) [SGV (1914)] I-7
pyjama pyjama {pijama}: pyama (Maasbracht) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
raad raad: road (Maasbracht) raad [SGV (1914)] III-1-4