e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ravotten stoeien: stoeie (Maasbracht) stoeien [SGV (1914)] III-3-2
recht vooruitstoten met de armen stuiken: stoeke (Maasbracht) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechtbank rechtbank: rechtbank (Maasbracht) rechtbank [SGV (1914)] III-3-1
rechterachterkwartier rechts achter uier: rɛxs axtǝr ȳi̯ǝr (Maasbracht) Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d] I-11
rechtervoorkwartier rechts voor uier: rɛxs vø̄r ȳi̯ǝr (Maasbracht) Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11
rechtsachter rechtsachter: rechtsachter (Maasbracht), geen andere naam  rechtsachter (Maasbracht) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtsvoor rechtsbuiten: rechtsboete (Maasbracht), rechtsvoor: geen andere naam  rechtsvoor (Maasbracht) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
reeks, rij rij: rie (Maasbracht) rij [SGV (1914)] III-4-4
regen (alg.) regen: réégen (Maasbracht) regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4
regenboog regenboog: rèègenbaog (Maasbracht) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4