e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

Gevonden: 3406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blaten bleken: blē̜kǝ (Maasbracht) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauw oog blauw oog: blauw ouch (Maasbracht) Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)] III-1-2
blauwe bosbes marmel: marmel (Maasbracht), marmelt: marmelte (Maasbracht), morbel: weinig bekend  morbel (Maasbracht, ... ) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)] || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reiger (Maasbracht, ... ) reiger [SGV (1914)] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg dikke vlieg: dieke vleeg (Maasbracht, ... ), vleesvlieg: vleisvleeg (Maasbracht) bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] III-4-2
blazen blazen: blaoze (Maasbracht), blōāze (Maasbracht) blazen [DC 37 (1964)] III-1-1
bleek blass (du.): Dit zegt men voor bleek!  blas (Maasbracht), bleek: bleik (Maasbracht) bleek [SGV (1914)] || bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleek, flets zien miserabel uitzien: hè zuutjer miserabel oet (Maasbracht) bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
blij blij: blie (Maasbracht) blij [SGV (1914)] III-1-4
blijven wachten blijven: blie-ve (Maasbracht), blieve (Maasbracht, ... ) blijven [DC 37 (1964)], [ZND 25 (1937)] III-4-4