e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snotneus snotterbel: snooterbel (Maasbracht) snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] III-1-4
snottebel snotterbel: snoterbel (Maasbracht) neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] III-1-2
snuffelziekte snuffelziekte: snuffelziekte (Maasbracht) Een aandoening van het neusschelpje en het neustussenschot en in een verder stadium van het benige geraamte van de bovenkaak. De dieren krijgen heftige en uitputtende niesbuien; de ademhaling is snuivend; er treden neusbloedingen op en de uitvloeiing uit de neus is dun en soms ook slijmig (WBD I.6, blz. 854). [N 52, 20; N 76, 50; A 48a, 33] I-12
snuit snoet: snoet (Maasbracht), snuit: snoet (Maasbracht), snūt (Maasbracht) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]Snuit [SGV (1914)] I-12, III-1-1, III-4-2
snurken snurken: snurke (Maasbracht) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
soda soda: zoͅu̯dā (Maasbracht, ... ) de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)] III-2-1
soep sop: sop (Maasbracht, ... ) soep [SGV (1914)] || Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soepketel, waterketel marmiet: voor het koken van voer voor kippen etc.  mermiet (Maasbracht) berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
soepterrine soepterrine: soeptrien (Maasbracht) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1
soepvlees soepvlees: soepvleis (Maasbracht) soepvlees; Hoe noemt U: Mager vlees om soep van te koken (boelie, bouilli, soepvlees) [N 80 (1980)] III-2-3