e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlekziekte brand: brānjtj (Maasbracht), vlekziekte: vlekziekte (Maasbracht) Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12
vleugels in de wanmolen vleugels: vlø̄gǝls (Maasbracht) De schuingeplaatste plankjes die op een as zijn gemonteerd die wordt aangedreven, waardoor er een windstroom ontstaat, in de wanmolen. [N 14, 45b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
vliegennet vliegengaren: vlēgǝgārǝ (Maasbracht) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vliegenraam, hor vliegenraam: vlege-raam (Maasbracht) Hoe noemt u een scherm van groene metaaldraad in open ramen om vliegen buiten te houden? (vliegenraam, hor) [N 104 (2000)] III-2-1
vlieger windvogel: windjvogel (Maasbracht) vlieger (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
vlier vlierenstruik: -  flerestroe:k (Maasbracht) vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlierbes vlierbes: -  fleerbes (Maasbracht) vrucht van de vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlinder roevogel: roevogel (Maasbracht), roewvogel (Maasbracht, ... ), ruvo.gəl (Maasbracht), vlinder: vlendər (Maasbracht), vlinder (Maasbracht) vlinder [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje strikje: strikske (Maasbracht) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) mensenvlo: miensevlôê (Maasbracht), vlo: vloi (Maasbracht), vloua (Maasbracht), vlôê (Maasbracht) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (pulex irritans), enk. [DC 54 (1979)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] || vloo [SGV (1914)] III-4-2